afb. Ernst van Mackelenbergh, Rosmalen
De sacramentenreeks wordt ook in dit venster vervolgd met een historische voorstelling van de sacramentstoediening, en we1 van een zeer uitzonderlijke: de heilige Ansfried die tot priester wordt gezalfd en daarbij tegelijkertijd wordt aangesteld als bisschop over het bisdom Utrecht. Aartsbisschop Evergerus van Keulen wijdt Ansfried door hem beide handen op het hoofd te leggen. Ansfridus is nederig voor Evergerus neergeknield en houdt zijn handen samengevouwen; hij is a1 gekleed in de priesterlijke gewaden, om zijn linkerarm hangt de manipel. Over zijn schouders draagt Ansfried het pallium, de witte met zwarte kruisjes geborduurde wollen band die als waardigheidsteken is voorbehouden aan aartsbisschoppen en die - uitzonderingsgewijs - op verzoek van de keizer ook aan andere bisschoppen uitgereikt kon worden. Deze priesterwijding en bisschopszalving vond plaats in het voorjaar van 995 in de dom van Aken. De architectuur in het venster verwijst dan ook naar dit bouwwerk. Achter de geknielde Ansfried zit keizer Otto I11 op een troon, naast hem staat een gekroonde figuur met helm en zwaard in de handen; zijn wapenrok met het wapen van Cuyck: op goud twee rode dwarsbalken, vergezeld van drie en twee (één onzichtbaar) en drie (één gedeeltelijk zichtbaar) rode merlen. Aartsbisschop Evergerus wordt geassisteerd door een grote groep monniken die brandende kaarsen, processiekruis en kromstaf, en een opengeslagen boek vasthouden. Een van hen staat juist achter Ansfried gereed met de mijter voor de nieuw gewijde bisschop. De tekst in het opengeslagen boek is als volgt: Beatus Ansfridus Taxandriae comes praesente Othone III imperatore sacerdotio initiatus anno 995. Post in episcopum Ultrajectensis consecratus, 'De zalige Ansfridus, graaf van Taxandrië, in het jaar 995 priester gewijd in aanwezigheid van keizer Otto III. Daarna werd hij tot bisschop van Utrecht gewijd'. Tegen het altaar achter Evergerus hangt het wapenschild van Son, een stralende zon van goud op een blauw schild. Onder in het venster het alliantiewapen van de stichters, waarmee ook het schild tegen het altaar wordt verklaard, nl. de wapens van de familie Van Son-Koene. Dit alliantiewapen is identiek aan dat op venster 5 dat ook door deze familie, mevr. Dymphna Th. van Son-Koene en haar zooo, priester, Petrus M. Koene, werd bekostigd. De naamheiligen van de schenkers staan links en rechts van de priester- en bisschopswijding: links de apostel Petrus, rechts de heilige Dymphna met op een banderol de woorden Benedicta tu inter Mulieres, 'gij zijt gezegend onder de vrouwen'. In de venstertop werd dit raam nog op twee tekstbanden gedateerd: Anno Domini - MDCCCLXXIV. Op het kleine ovale schildje linksonder is het raam opnieuw gedateerd en ook gesigneerd: L.C. Hezenmans invt J. B. Capronnier delt et pinxit 1874.
| 114 |
38. Het Sacrament van het Priesterschap. De H. Ansfridus wordt door een bisschop tot priester gezalfd in tegenwoordigheid van keizer Otto III. Op het altaar een schild met de zon. De keizer draagt het wapenschild van Son (zie glas nr. 5). Achter de keizer een schildknaap met een wapen: op goud twee rode dwarsbalken, vergezeld van drie, twee en twee rode merels (Cuyck). Op de bladen van een opengeslagen boek: Beatus Ansfridus Taxandriae comes praesente Othone III imperatore sacerdotio initiatus anno 995. Post in episcopum Ultrajectensis consecratus. Onderaan twee wapens: 1. van Son (zie glas nr. 5). 2. (vrouwelijk) op blauw vijf zilveren ruiten in de vorm van een linkerschuinbalk geplaatst. In de vensterkop: Anno Domini 1874. Te weerszijden van het grote tafereel: de H. Petrus en een vrouwelijke heilige. Hezenmans-Capronnier 1874. | 330 |